DE NEDERLANDSCHE LEEUW
In het Het maandblad van de Genealogisch-Heraldiek Genootschap
‘De Nederlandsche Leeuw’, staan in de vijfde jaargang (1887) pag. 88-90 een aantal
wetenswaardigheden over het begin van het geslacht Ruygrok, bedoeld als een aanvulling op
hetgeen al in de Batavia Illustrata staat vermeld:
Eenige aanteekeningen betreffende het geslacht Ruychrok (ook Ruygrok geschreven)
In de Batavia Illustrata van S. van Leeuwen vindt men op blz. 1292 onder de eigenaars van het
huis te Werve, bij Rijswijk in Delfland gelegen, vermeld Jan Ruygrock van de Werve, ridder en
raad van hertog Philips van Bourgondie.
Hij wordt daar genoemd zoon van Willem de Buyser van de Werve en neef van Matthijs de
Buyser, heer in Ryerwaard en van Adriaan de Buyser, deken van de St. Catharinakerk in den
Briel,
„en uyt mannelijken bloede van de gemelde oude Heeren
„van de Werve en Wena, welkers Wapen te weten de
„Silvere face op Groen, hij, sijn vader ende gemelte (sic)
„twee sijne neven van oudts gevoert hebben, onder een
„open helm, uytwijsende verscheyde Brieven bezegelt in
„rooden wassche, die wij daarvan gesien hebben".
Op welke wijze nu de genoemde personen van de oude heeren van Werve afstammen is door
hem niet vermeld.
Smallegange geeft in zijne kronyk van Zeeland eene genealogie van het geslacht Ruygrok van de
Werve, die met den bovengenoemden Willem de Buyser aanvangt en eindigt met Philip, Joos,
Ferdinand en hun zuster Agnes, die in 1583 overleden is, maar zegt niets van de afstamming uit
de oude heeren van Wena.
Ten einde deze genealogie eenigszins aan te vullen volgen hier eenige aanteekeningen uit den
zoogenaamden „Index op de oude registers", thans berustende op het Rijks archief te 's-
Gravenhage.
Over de aankoop van het kasteel in ‘s Heerhendrikskinderen door Jan Ruychrok van de Werve
vinden we op dezelfde pagina:
Fol. 391.
Hertog Philips van Bourgondie confirmeert de verkooping door zijn raad en bailluw van der
Goes, Wolfert van der Maelstede aan Jan Ruychrok, raad van den hertog voors. van ' t ambacht
van 's Heer Hendrikskinderen in Zuid-Beveland, groot omtrent 660 gemeten ambachts en van
sijn deel van den Chijse van 's Gravenpolder, met ambacht en ambachtsgevolg, hofsteeden,
maelrijen, visscherijen en alle ambachtsgevolg en wordt de voors. Jan Ruychrok daarmede
verleijd ten Zeeuwschen leene, 4 Maart 1444 na den loop van hove.
(Z. O. inhoudende tractaten, Cas. K. fol. 163vso).
Fol. 391.
Hertog Philips van Bourgondien verlijed zijn raad Jan Ruychrock, na voorgaande eigene
opdrachte, met sulke huysinge, hofstede, opperhof en nederhof, graften, wateringen,
boomgaerden, wijngaerden boven en beneden, van agter tot vooren leggende in den Lande van
Zuid Beveland in Zeeland, in 's Heer Hendriks Kinderen parochie, breeder bij den brief gemelt,
tot een onversterfelijk erfleen, 16 Februarij 1447 na den loop van den hove.
(Principium 1447—59. Cas G. Cap. Noord Holland fol. 9).
Fol. 391v80.
Hertog
Philips
van
Bourgondien
verkoopt
aan
Jan
Ruijchrock
het
ambacht
van
's
Heer
Hendriks
Kinderen, met den rechten en toebehooren daarbij gemeld,
laatste april 1447. (Alpha 1440-47, Cas G Cap Zeeland fol.12v60).
Deze en andere vermeldingen
uit De Nederlandsche Leeuw zijn verwerkt in de rapportages.
Titelblad van ‘De Nederlandsche Leeuw’
vijfde jaargang (1887)