Mr. L.J. van Apeldoorn, Geschiedenis
van het Nederlandsche Huwelijksrecht,
Uitgeverij Holland te Amsterdam 1925.
Met “mund” wordt hier bedoeld het absolute
beschikkingsrecht van de vader over zijn kinderen
en van de man over zijn vrouw. Er is dus in die zin
geen verschil tussen zijn vrouw, zijn kinderen en
ander zaken, die hij in zijn bezit had.
Deze “mund” moest worden gekocht: de vader
levert het meisje in het bed van de bruidegom
tegen betaling van de koopprijs, waarna de man
het huwelijk voltrekt.